Borstkanker

Soorten borstkanker

Borstkanker wordt onderverdeeld in aantal categorieën:

  • Een voorstadium heet ductaal carcinoom in situ (DCIS) (in situ = nog ter plaatse). Hierbij is de tumor beperkt tot de melkgangen en is niet doorgegroeid in het omgevende weefsel. Op een mammografie is deze afwijking zichtbaar onder de vorm van verkalkingen : microcalcificaties.
  • Bij een invasieve kanker zijn de kwaadaardige cellen door de melkgang gegroeid. Ze kunnen dan losraken en via lymfe of het bloed door het lichaam verspreid worden. Het type borstkanker dat ontstaat in de melkgang wordt ductaal carcinoom genoemd. Dit is de meest frekwente vorm van borstkanker : in 80 % van de gevallen gaat het om een ductaal carcinoom (IDA).
  • Bij 20% van de vrouwen met borstkanker ontstaat de borstkanker in de kleine melkklier, op het einde van de melkgang. Dit wordt het lobulair carcinoom (ILA) genoemd.voorkomt, heet melkklierkanker of invasief lobulair carcinoom (ILA).
  • De ziekte van Paget is een zeldzaam type borstkanker in het gebied van de tepel. Dit wordt gekenmerkt door jeuk, schilferigheid op en rond de tepel.
  • Een ander zeldzaam type borstkanker is mastitis carcinomatosa. Dit betekent dat de huid rood en warm en gezwollen is, lijkend op een borstontsteking.
  • De anatoom-patholoog kijkt na welke gradering de tumor heeft. We maken een onderscheid tussen graad I (goed gedifferentieerd), graad II (matig gedifferentieerd) en graad III (weinig gedifferentieerd) tumoren.

Uitzaaiingen

Ook via het bloed kunnen kankercellen zich verspreiden: dan ontstaan uitzaaiingen in de lever, de longen of de botten.

Bij verspreiding van kankercellen via de lymfe kunnen de lymfeklieren aangetast worden. Bij borstkanker gaat de eerste uitzaaiing vaak naar de lymfeklieren in de oksel aan de kant van de aangetaste borst. Van daaruit kunnen kankercellen zich door het lichaam verspreiden.

Receptoren

Hormoonreceptoren

Op de buitenzijde van de cel zijn er herkenningspunten aanwezig. De vrouwelijke hormonen (oestrogenen en progesterone) kunnen zich binden op deze punten (=receptoren) en op die manier de cel aanzetten tot groei. De tumor wordt ‘ER-positief’ genoemd als het receptoren heeft voor het hormoon oestrogeen. De tumor wordt ‘PR-positief’ genoemd als het receptoren heeft voor het hormoon progesterone. Deze tumoren zijn hormoonafhankelijke tumoren en reageren goed op een behandeling met een antihormonale behandeling. Dit zijn geneesmiddelen die de receptoren blokkeren voor de hormonen zodat ze hun werking niet meer kunnen uitoefenen. Ofwel kunnen de geneesmiddelen de hoeveelheid hormonen die in het lichaam gemaakt worden verlagen.

Borstcellen die geen receptoren bezitten op de buitenzijde worden hormoonnegatieve tumoren genoemd. Het geven van medicatie heeft dan weinig zin.

HER2-receptoren

Er zijn nog andere receptoren die de groei van de kankercel kunnen stimuleren. HER2-receptoren zijn in feite eiwitten (of antigenen) die zich op de celwand bevinden. Deze receptoren kunnen geblokkeerd worden door HER2-antilichamen. Zo wordt de groeistimulerende werking van deze receptoren geblokkeerd. Hiervoor wordt antilichaamtherapie gebruikt in de behandeling ((Herceptine®)

Triple negatieve borsttumoren

Dit zijn tumoren die geen hormoonreceptoren of HER2 receptoren hebben. Zij komen niet in aanmerking voor een behandeling met hormoontherapie of Herceptine®.

Andere receptoren

Nieuwe wetenschappelijke inzichten hebben tot de ontdekking geleid van nieuwere receptoren. Hiervoor worden nieuwe medicaties gebruikt, deels nog in studieverband maar ook deels in de praktijk.